zaterdag 1 november 2014

Vrijheid, gelijkheid en broederschap, in memoriam: Steve Jobs


Vandaag was mijn goede vriend Remi uit Parijs op bezoek samen met zijn oudste zoon Jeremy. Hij is Frans en hij heeft moeite met de crisis en met politici in Frankrijk die het alleen maar hebben over: Egalité, Fraternité et Liberté. Hij ziet de kloof tussen arm en rijk in de wereld alleen maar groter worden en in Parijs broeit het. De armen zijn ontevreden en ongelukkig en een mogelijke revolutie en geweld op straat wordt vrijwel door iedereen gevreesd. De crisis moet stoppen, mensen hebben honger.

Ik ben een dromer en een politicus. Ik droom van een betere wereld en hoop dat door politiek ook te bereiken. Politiek is voor mij dromen, delen, denken en doen. Dat start in je gezin, gaat door in je straat, vindt plaats op je werk en stroomt verder in een raadzaal, een statenzaal, een Tweede of een Eerste Kamer, een Europarlement, een VN Veiligheidsraad, maar ook in een winkel, op een werkplek of in een willekeurige 'boardroom'. Politiek gaat in essentie om drie dingen: vrijheid, gelijkheid en verbondenheid (in een mannenmaatschappij broederschap:).

We hebben een lang gesprek gehad en in mijn beperkte Frans, af en toe met handen en voeten en af en toe in het Engels dat zoon Jeremy geduldig voor zijn vader vertaalde, heb ik geprobeerd te duiden wat een crisis is en hoe een land zich daar volgens mij met saamhorigheid doorheen kan slaan. In de economie is geld niet meer dan een afspraak en in een crisis worden veel van die afspraken niet nagekomen. Zoals een werknemer die heeft afgesproken dat hij de lening voor een huis aan de bank terug zal betalen, maar dat niet kan, omdat hij geen werk meer heeft.

Een afspraak die vervalt is geld dat in rook opgaat. Zeepbellen die dagelijks uiteen spatten. Een proces dat stopt en niet meer werkt. Afspraken in de economie zijn een verzameling dominostenen, als er één valt gaan er velen. Gelukkig zijn mensen geen dominostenen en kunnen ze na een val, soms met enige hulp ook weer opstaan.

Wat er in de economie gebeurt, kun je vergelijken met wat dagelijks in ieder gezin gebeurt. Je spreekt af met je kinderen dat ze hun huiswerk maken en de vaatwasser uitruimen voor ze gaan voetballen. Maar de kans is groot dat je moe thuis komt en je kind lachend en onder de modder voor je verschijnt met zijn bal onder de arm. Dat je vertederend naar hem lacht, hem vervolgens boos aan zijn huiswerk zet en daarna zelf de vaatwasser uitruimt. Een dagelijks crisis die voort duurt tot je kind het begrijpt en werkelijk gaat doen wat hij heeft beloofd. Volwassen worden is wat je doet in lijn brengen met wat je droomt, deelt en denkt.

We hebben het ook gehad over economie en het ruilen van goederen. We zaten aan de ontbijttafel en dus gaf ik Remi de boter en nam zelf de peperkoek. Ik vroeg hem wil je deze peperkoek en mag ik dan van jou de boter. Remi begreep het onmiddellijk, we ruilden. Ruilen is economie. Ik pakte vervolgens 10 euro en ruilde de peperkoek terug voor 10 euro. Vervolgens ruilde ik de boter voor de 10 euro die ik hem gegeven had. Het effect was hetzelfde. De boter werd geruild voor de peperkoek. En ik had nog steeds 10 euro. Geld is in de economie niet belangrijk.

Maar wat is dan het verschil tussen rijk en arm? Ik vroeg Remi: Wie is rijk? Voorbeelden zijn makkelijk te vinden. Bill Gates, Carlos Slim, Anancio Ortega, Liliane Bettencourt. Hun rijkdom bestaat grotendeels uit bezit. Zij bezitten bedrijven en winkels en huizen en land. Dingen van stenen en zand. Maar zand of een steen is geen geld.

Als iemand het bedrijf Microsoft, dat voor een belangrijk deel eigendom is van Bill Gates, zou verkopen zou Bill een slordige 76 miljard dollar op de bank hebben staan. Dat is slechts een papieren afspraak. Want er is niemand zo rijk om dat te doen. Carlos Slim zou om het bedrijf van Bill te kunnen kopen alles moeten verkopen wat hij bezit en dan nog zou hij Microsoft niet kunnen betalen. En Bill is bijna de enige die dat bedrijf van Carlos kan kopen, dus het enige dat ze feitelijk kunnen doen is hun bedrijven met elkaar ruilen. Je merkt het, dit gedachtenexperiment klinkt nu al min of meer idioot.

Maar wat is dan wel het verschil tussen arm en rijk? Wel, het klinkt misschien gek, maar rijke mensen zijn populair. Bill is populair bij 128.000 medewerkers en bij heel veel klanten die dagelijks met producten van Microsoft werken. Zo was Michael Jackson populair bij alle mensen die zijn muziek luisteren en zijn dansjes nadoen en zijn concerten bezochten. Zo is Oprah Winfrey populair bij miljoenen kijkers die haar adoreren en ook bij de grote merken die er veel geld voor over hadden om de reclameblokken in haar programma's te kopen. Zo zijn de Paus en de Dalai Lama en vele televisiedominees populair bij hun aanhang, omdat zij geven belangrijker vinden in het leven dan krijgen. En iedereen die dat gelooft is natuurlijk bereid om een donatie te doen.

Microsoft (Bill) betaalt iedere maand 128.000 medewerkers, waaronder Bill Gates zelf, een loon of een salaris in ruil voor het werk dat zij voor Microsoft doen. In 2014 maakte het bedrijf 85 miljard dollar omzet en 22 miljard dollar winst. Er zijn dus 128.000 huishoudens verbonden met het bedrijf. Bij een gemiddeld jaarinkomen van 30.000 euro, krijgt iedere medewerker 2500 euro per maand en betaalt het bedrijf dus iedere maand 300 miljoen aan salarissen uit. Dat is allemaal verbondenheid en onderdeel van populariteit.

Met hun salaris krijgen de medewerkers van Bill Gates feitelijk weer een beetje vrijheid, waar ze mee mogen doen wat ze willen. Ook al is die vrijheid zeer beperkt en zijn ze zeker verplicht om rente te betalen op hun hypotheek (of huur aan de woningbouwvereniging) en belasting aan de staat. Thuis zal een belangrijk deel op gaan aan eten dat ze nodig hebben om in leven te blijven en gezond te blijven om morgen weer te kunnen werken. We zijn immers de slaven van ons lichaam, dat iedere dag moet eten, drinken, slapen en ademen om in leven te blijven. Als het valt moet het opstaan. Als het ziek is moet het weer gezond worden. Daarin is ieder mens gelijk.

Eigendom of rijkdom in termen van geld is dus voor een belangrijk deel een papieren tijger. Rijkdom in termen van geld hebben, bestaat niet en armoede in termen van 'geen geld' hebben bestaat evenmin. Arm zijn gaat veel meer over uitsluiting en over niet mee kunnen doen, over niets te eten hebben of geen huis of geen school of geen straatverlichting. Armoede gaat over geen toegang tot het proces, toegang tot de economie en het werk. Armoede gaat over de onmogelijkheid om mee te doen. Iemand die weinig geld heeft is niet arm als hij of zij iedere dag kan werken voor geld. In een ideale economie heeft iedereen aan het einde van de dag een dak boven zijn hoofd, een maaltijd achter de kiezen en een gezonde nachtrust voor de boeg. Als het aan die zaken ontbreekt ben je arm.

Wie zijn dan arm? Arm zijn zij die niet mogen, niet kunnen of niet willen meedoen. Zij die niet met anderen verbonden zijn, niet meer vrij zijn in hun doen en laten en niet meer gelijk zijn aan ons. Arm is daarom een kwestie van interpretatie en definitie. Arm zijn is ook een 'state of mind', een geloof of een neuro-linguïstisch programma in je hoofd. Arm zijn is een droom die een nachtmerrie is geworden. Optimisme dat is omgeslagen in pessimisme. Zolang iemand zichzelf met of zonder hulp van anderen in onze samenleving kan redden is hij of zij rijk. Rijk zijn heeft veel meer te maken met gelukkig en verbonden zijn, dan met hoeveel geld je hebt of kunt verdienen.

Dus als Bill Gates niet meer zou kunnen slapen, omdat hij niet meer weet hoe hij morgen de salarissen gaat betalen dan is hij arm en zijn medewerkers ook. Gelukkig gebeurt dat nooit. Daarvoor zijn er banken en overheden. Banken houden netjes bij dat Bill genoeg bezit heeft om salaris te betalen en lenen hem desnoods geld om dat te doen. Bill kan altijd een hypotheek nemen op zijn bezit en zijn populariteit bij Microsoft. De overheid ziet toe dat dit alles rechtvaardig en eerlijk gebeurt. En Bill geniet gelukkig ons vertrouwen.

Deze waarheid rond Bill Gates is betrekkelijk, want hoe rijk Bill ook is, ook hij kan failliet gaan. Als klanten morgen overstappen van Microsoft naar Google is dat in een dag waarschijnlijk al gebeurd. Gelukkig heeft Bill contracten en afspraken met zijn klanten en weet hij dat dat niet zo maar kan gebeuren. Ook hier zit wederzijds verbondenheid.

Iedereen die een huis bezit kan dit nagaan. In deze tijd is je huis verkopen niet gemakkelijk en het risico dat je er minder voor krijgt dan nodig is om je hypotheek af te betalen is in deze crisistijd groot. Veel mensen zitten bijna opgesloten in hun eigen huis, hun eigen bezit. Zij zijn dientengevolge arm. Ze kunnen er niet van scheiden en ze zijn dus niet meer vrij.

Het is interessant om huren en bewonen te vergelijken met kopen en bezitten. Huren is dan wel duurder, maar ook makkelijker opzegbaar. Iemand die huurt is feitelijk vrijer dan iemand die bezit. Als je je huur niet kunt betalen krijg je subsidie en uitzetten is moeilijk. Een verhuurder die geen huur ontvangt moet zelf wel de hypotheekrente en de aflossing betalen. Mensen die huren zijn daarom in Nederland door de crisis rijker geworden dan mensen die een huis bezitten dat met een hypotheek is belast en 'onder water' staat.

Arm zijn ook de ondernemers met te weinig klanten, ZZP-ers met te weinig opdrachtgevers en mensen die hun baan zijn kwijt geraakt. Zij zijn niet arm omdat ze het einde van de maand hun rekeningen niet kunnen betalen. Ze zijn arm omdat 'we': 'consumenten, opdrachtgevers en werkgevers', ze links laten liggen en omdat 'we' ze niet meer betrekken bij en verbinden met onze gemeenschap.

Toen de economie goed draaide wilden we zelfstandigen die flexibel en ongebonden waren. Nu het crisis is merk je dat er stemmen opgaan om de zelfstandigenaftrek te beperken. Zelfstandigen zijn voor de samenleving ineens te duur geworden en dus worden ze politiek in de ban gedaan. Ook individuen die sparen en consuminderen doen ondernemers nu de das om. En het scheelt niet veel of mensen in de bijstand moeten een elektronische armband dragen, zodat we ze altijd en overal kunnen volgen om te zien of ze niet stiekem toch werken of een diefstal plegen.

Gelukkig laat het meeste dat we doen zich niet vertalen in geld. Gelukkig kunnen we ook gratis iets voor een ander doen. We zijn dus altijd vrijer dan we denken. We hoeven niet voor ieder product of iedere dienst geld te vragen. Dat is de kern van onze vrijheid. Mensen doen heel veel vrijwilligerswerk of leveren service waar je niet voor betaald of ze doneren geld zonder dat ze daar direct iets voor terug verwachten.

Voor iemand die rijk en populair is, lijkt dat misschien makkelijker. 'The winner takes it all'. Neem bijvoorbeeld Oprah die de koelkasten van een ander bedrijf mag weggeven, omdat het bedrijf graag reclame wil maken en Oprah terecht liever geen belasting betaalt over wat ze toch van plan is om weg te geven. Oprah werkt immers niet voor het geld of voor de koelkast maar voor haar kijkers die een koelkast denken nodig te hebben. Ook mensen die weinig hebben, kunnen altijd geven. Je kan altijd een deur open houden of iemand helpen met oversteken of boodschappen of de tuin voor iemand doen.

Het verschil tussen arm en rijk heeft dus vooral te maken met verbondenheid. Onze populariteit, ons vertrouwen en onze afspraken zijn vormen of delen van die verbondenheid. Een verbondenheid die we continu vertalen in het ruilen van geld voor producten en diensten die voor ons van waarde zijn en andersom. De enige die een economie uiteindelijk weer op gang kan brengen is niet de overheid of het bedrijfsleven. We zijn het zelf. Het kopen van een iphone of een smartphone is een bijdrage net als het werken in een fabriek waar iphones en smartphones worden gemaakt een bijdrage is.

Ik kan het niet beter verwoorden dan Rob, gelukkige bezitter van een iphone die in het condoleance register voor Steve Jobs op de site van Apple het volgende schrijft:

"Steve, Thanks for changing the world, for thinking different, for not only creating the technology, but for giving it a heart and soul. For making it just work. Thanks for inspiring me with your creations and visions... My condoleances to your family and loved ones... Your unknown friend and ally, Rob".

Vrijheid, gelijkheid en broederschap, Remi kreeg er een beter gevoel bij.
De vaatwasser uitruimen en je huiswerk maken voor een lekker potje voetbal;)
Een euro is daarbij van geen belang.

zondag 26 oktober 2014

Monica Lewinsky, je kent haar niet

Er zijn veel gezichtspunten als het gaat om onze schaamte en onze privacy. Op 20 oktober geeft Monica Lewinsky, U kent haar vast nog wel, op de Forbes Under 30 Summit in Philadelphia een interessante speech over cyber bullying, oftewel pesten op internet. Haar liefde voor en romantische relatie met President Clinton die 2 jaar duurde, kwam uit en vernietigde haar persoonlijkheid en reputatie. In deze speech roept zij ons op tot een culturele revolutie. Zij vraagt mensen op internet en daarbuiten om bij zichzelf te rade te gaan en om een andere houding aan te nemen en meer empathie te tonen voor slachtoffers van mediacampagnes en mediahypes.


Nog geen 10 dagen eerder geeft Glen Greenwald, auteur van het boek: "No Place to Hide: Edward Snowden, the NSA, and the U.S. Surveillance State", een interessante Ted Talk: Why Privacy Matters. Deze talk gaat over gewone mensen als jij en ik, die denken dat hun leven zo weinig interessant is voor de omgeving en voor de overheid, dat ze geen angst hebben om hun leven op internet te beschrijven in sociale media. Greenwald vraagt zichzelf vervolgens af, waarom mensen nog sloten hebben op hun toilet. Hij stelt dat er veel zaken zijn die we willen delen, maar dat we ook een plaats nodig hebben waar we vrij zijn van de beoordelende en veroordelende ogen van anderen.

Mensen gedragen zich volledig anders, als ze door anderen kunnen worden gezien. Hij gaat nog een stap verder en zegt dat die gedragsverandering ook geldt als mensen denken dat ze kunnen worden gezien. Volgens Greenwald wordt dit idee volop toegepast in scholen, gevangenissen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, in steden en in bedrijven. Met behulp van cameratoezicht weet de medewerker, leerling, patiënt, burger immers niet wanneer hij wel of niet wordt gezien en dit verandert zijn of haar gedrag enorm. Privacy garandeert aan mensen een plek waar ze vrij kunnen zijn.

 

De tegenstelling tussen deze beide toespraken is geweldig. Waar Monica oproept tot een verandering bij de crowd (toon meer empathie), roept Greenwald op tot een verandering bij het individu (zet goede sloten en passwords op je deur). Dit zijn twee totaal verschillende oplossingen voor het probleem van de beperking van vrijheid door sterke opkomst van informatie en communicatietechnologie in onze samenleving.

Onderliggend is het verschil dat we maken tussen goed en kwaad. Ieder van ons heeft een heel eigen en persoonlijk idee over wat goed is en wat kwaad is. Dit maakt dat ons gemeenschappelijke beeld van wat goed is weinig waarde heeft voor een individu. Er zijn net zoveel opvattingen te geven over de relatie tussen Bill Clinton en Monica Lewinsky als er mensen zijn. Om te beginnen zal Hillary daar anders naar kijken dan Monica, om vervolgens over Bill maar even niet te spreken. De republikeinen kijken anders dan democraten. De mensen buiten de VS kijken anders dan binnen de VS. En uiteindelijk is iedere opinie een persoonlijk goed recht.

Privacy gaat over de vrijheid om jezelf te zijn, je eigen keuzes te maken, zelf te onderzoeken en te ontdekken. Iedereen is voor die vrijheid. Deze persoonlijke vrijheid leidt tot persoonlijke inzichten. Inzichten die we in vrijheid willen delen met anderen. Ook al heeft die vrijheid hele scherpe kantjes.

Want achter die voordeur die op slot zit gebeuren ook hele nare dingen. Onze persoonlijke remmingen staan tegenover de wil om onszelf te onderzoeken. Waar we proberen onze grenzen op te zoeken komen we de grenzen van anderen tegen. Mag een jongere zichzelf in coma zuipen? Kan iemand die hard werkt cocaïne gebruiken om zijn prestaties te verbeteren? Mag iemand wiet gebruiken vanwege haar sedatieve, slaapbevorderende, anti-depressieve, pijnstillende, anti-convulsieve, anti-emetische, ontstekingsremmende, krampwerende en eetlust-stimulerende eigenschappen?

Ieder land heeft hierover haar eigen opvattingen en hiervoor haar eigen wetgeving. Ieder geloof heeft hiervoor haar eigen taal ontwikkeld. Want wat is goed of kwaad? Wat is Hallal en wat is Haram? Wat is Yin en wat is Yang? En dan is er nog die alles overtreffende regel: 'nood breekt wet'. De regels over goed en kwaad hebben vele uitzonderingen. Persoonlijk ben ik nog steeds onder de indruk van de eenvoud van de tien geboden. Een tekst die zowel in de Bijbel, in de Thora als in de Koran in verschillende bewoordingen zijn opgenomen. Deze 10 geboden zijn terug te leiden naar het oude Egypte en naar Griekse mythen en filosofen.

Ik zie deze 10 geboden liever los van de stromingen en neuro-linguïstische programma's waarin ze gebruikt worden. Voor mij zijn de 10 geboden vooral de voorloper van de huidige universele rechten van de mens. Ik hou van eenvoud als het gaat om de beschrijving van onze persoonlijke ruimte van vrijheid en de beperkingen die daaraan kleven. Tenslotte moet ieder mens deze regels ook kunnen begrijpen en vertalen in gedrag. Dan kun je dat niet uitschrijven in dikke lijvige boeken en bewoordingen die niemand meer begrijpt.

Wat ook goed is aan 10 eenvoudige regels is dat mensen ruimte houden voor persoonlijk onderzoek en afwijkende standpunten. Want is de driehoeksverhouding tussen Hillary, Monica en Bill eigenlijk wel iets waarover we universele uitspraken kunnen doen. Heeft dit persoonlijke verhaal van deze drie mensen die elkaar hebben ontmoet in het Witte Huis wel iets met ons en onszelf te maken. Was deze toiletdeur op slot? Hadden we deze toiletdeur wel mogen open breken? Wat hebben we geleerd van het openbreken van deze deur die voor ons op slot zat?

Bill heeft uiteindelijk een bekentenis afgelegd. Hillary zal nog een standpunt moeten innemen als zij de president van de VS wil worden. Monica is voor het leven 'getekend'. Bill en Monica zijn op het schavot gezet. Uitgelachen, weggehoond, uitgejouwd, met rotte tomaten bekogeld. Zij hebben die publieke marteling allebei wonderwel doorstaan. Bill stond destijds al sterk in zijn schoenen en Hillary laat zich ook niet gek maken door het opgeruide publiek of de hongerige media. Monica heeft rake klappen gehad maar blijkt 20 jaar later de zaak te hebben overleefd. Haar persoonlijke onderzoek achter gesloten deuren heeft haar sterker gemaakt. Zij is gegroeid.

Wat achter een gesloten deur gebeurt is wel degelijk onze zaak als mensenrechten worden overtreden. De vrijheid van de een kan nooit een beperking van de vrijheid van de ander zijn. Als we een wereld willen waarin vrede is en geen geweld wordt aangedaan, dan moeten we een gesloten deur durven intrappen. Wanneer we dat doen is niet in het algemeen te bepalen. Soms zal het een militair zijn, een agent of een brandweerman. Soms zullen we het zelf zijn. Het intrappen van een deur is nodig, zelfs als die deur niet gesloten is of wagenwijd open lijkt te staan.

Denk aan de dokter die je medisch dossier leest om je te redden van een ernstige ziekte of een ernstig ongeval. Denk aan je vader, broer, moeder, zus of totale onbekende die je redt van een persoonlijke aanranding of uit een brandend huis. Privacy is zeer persoonlijk en kwetsbaar. Er worden fouten mee gemaakt. En bij vergissingen kunnen we achteraf weinig meer aanbieden dan een persoonlijk en welgemeend excuus.

Ik heb het idee dat dat persoonlijke en welgemeende excuus aan Hillary, Bill en Monica na 20 jaar op zijn plaats is. Ik denk dat het tijd is dat we bij ons zelf nagaan, wie nog meer ons persoonlijke, publieke en welgemeende excuus op internet verdient.

Wie ben jij nog een excuus verschuldigd?
Wanneer ga jij hem of haar dat excuus aanbieden?
Want daar ligt voor ons allen een kans.
Een wereldwijde culturele revolutie die nodig is voor vrede en gerechtigheid.

vrijdag 17 oktober 2014

Het is niet wit

Zo actueel weer dit liedje:

- Begin citaat -
Frank Boeijen - Zwart Wit

Hij liep daar in de stad 
's Avonds laat 
Plotseling aan de overkant 
Zag hij ze staan 
Iemand riep "je hoort niet bij ons" 
Mes, steek, pijn 

refr.: 
Denk goed na aan welke kant je staat 
Denk niet wit (denk niet wit), denk niet zwart (denk niet zwart) 
Denk niet zwart-wit 
Denk niet wit (denk niet wit), denk niet zwart (denk niet zwart) 
Denk niet zwart-wit 
Maar in de kleur van je hart 
Maar in de kleur van je hart 

Donker was de straat 
Op weg naar het plein 
Een taxi, het is te laat 
Het is voorbij 
Wie wil er bloed op de achterbank 
Van de werkelijkheid 

- Einde citaat -

Zwarte Piet? Mensen kunnen erg emotioneel worden van beeldvorming.

Mijn ouders zeiden vroeger: "schelden doet geen pijn". Zouden ze dat vandaag nog doen? Heb ik een extreem harde opvoeding gehad? Ik zou denken van niet. Toch denken we nu heel anders over pesten dan vroeger.

Racisme en discriminatie is in ieder tijdsbeeld weer iets anders. Om emoties te begrijpen moet je breed kijken. De zwartepietendiscussie geeft een prima voorbeeld. Inmiddels is het een gevecht tussen culturen.

Het ontstaan van Zwarte Piet kan in de historie herleid worden naar 1850. Dat was hoogtij slavernij tijd. De associatie met racisme is snel gemaakt. Ik heb nooit over Zwarte Piet gedacht als een slaaf van Sinterklaas. Toch roept hij bij anderen die associatie op.

Het helpt niet dat ik ben opgevoed met het ideaal van vrijheid voor alle mensen van alle kleuren en herkomsten. De uitdaging die voor ligt is om gezamenlijk tot een oplossing te komen. Die oplossing heeft tijd nodig.

Experimenten met stroopwafelpiet of kaaspiet zijn zinvol. Hoe reageren we daarop? Nederlanders, Surinamers, andere volken? Kinderen, de Sint en de Pieten, ouders, grootouders, overigen? We zullen onze angsten en emoties moeten overwinnen.

Ik zie persoonlijk in Zwarte Piet een vrij mens. Een mens die zichzelf van zijn ketenen heeft bevrijd en kinderen blij maakt met vrolijke grappen en grollen. Als degenen die zich nu aan hem storen hem ook zo kunnen gaan zien, lost het probleem zich vanzelf weer op.

Maar goed Zwarte Piet is ook een boeman en niemand wil mee naar Spanje of een roe krijgen. Sint wit, staat zeker voor goed en Piet zwart roept betekenis slecht op. Tel daar slavernij bij op en je hebt een stevig probleem.

Het probleem van Zwart-Wit zie je ook elders, bijvoorbeeld in het yin-yang teken dat ook wit/zwart is. Het zou dus kunnen dat we niet/nooit loskomen van het beeld dat zwart automatisch slecht is. Je moet je dan gaan afvragen of het wel helpt als Piet een kleur gaat krijgen, of dat we het ideebeeld van duivel/boeman laten vallen. De associatie piet-slavernij kan hardnekkiger zijn dan we nu denken.

Sinterklaas en Zwarte Piet zijn voor veel ouders ook opvoedhulpen. Kinderen zijn 6-8 jaar als ze begrijpen dat ze niet bestaan. Maar dan is hun gedragsontwikkeling ook met een normaal gesprek te doen. Kan een blauwe piet met een gele roe kinderen in een zak stoppen en mee naar Spanje nemen? Maakt die Piet wel genoeg indruk?

Naar mijn idee zit het probleem van discriminatie en racisme veel dieper dan een Zwartepieten discussie. Stroopwafels en kaaskoppen nemen misschien iets weg, maar doen niets aan de positie van onderdrukten. Als we iets veranderen aan Zwarte Piet, betekent dat dan meer gelijkheid en rechtvaardigheid voor alle mensen?

Ik vraag me af hoe deze traditie dit feest ons kan helpen bij onze emancipatie. Laten we proberen gevoelens serieus te nemen en er iets mee te doen. Ik zie geen reden om problemen weg te wimpelen. Veranderen lukt ons, kijk maar naar Gay Pride en het homohuwelijk. We zijn heel goed in staat tradities aan te passen en gelijktijdig in ere te houden.

Ik wil graag saamhorig werken aan een oplossing. Want stel je voor, straks zitten voor en tegenstanders in de zak naar Spanje;)

woensdag 15 oktober 2014

Vooruitgang? Kenniseconomie? Echt niet!

Nederlanders hebben meer en langer last van de crisis dan andere landen. Hoe kan dat? In onze historie kunnen we zien dat we de wereldzeeën hebben bevaren en dat we watersnoodrampen hebben overleefd. Wat drijft ons nu in de crisis? Waarom duurt het zo lang?

We kunnen wijzen naar de overheid die te weinig doet. We kunnen wijzen naar de banken die niet hebben opgelet en nu niets meer uitlenen. We kunnen wijzen naar de oorlogen, de terreur en de chaos in de wereld. We kunnen wijzen naar ontwikkelingslanden, lagelonenlanden en sterk opkomende economieën als China, India en Brazilië. Toch neem ik daar geen genoegen mee. De oorzaak buiten jezelf zoeken is veel te gemakkelijk.

Waarom stoppen we met ruilen in Nederland? Waarom hebben veel mensen in Nederland geen werk meer? Waarom bezuinigt de overheid op zorg, onderwijs en doet ze weinig aan nieuwe werkgelegenheid. Waarom zijn zij die eens te kaaperen voeren nu bezig met Zwarte Piet? Waarom verliezen we zelfs van IJsland, hoe kan dat?

Het ergste dat een samenleving kan overkomen is angst en ongeloof. Het was John F. Kennedy die een boek schreef onder de titel 'Profiles of courage' (1955) voor hij als president gekozen werd. Het boek gaat over 8 senatoren die hun hart volgden om te doen wat goed was. Ondanks kritiek vanuit alle hoeken van de samenleving en fikse tegenslag onderweg, zetten ze door. Ze forceerden stuk voor stuk doorbraken die Amerika weer een stap vooruit brachten. Het koste een duit en leverde veel werk en economie op.

Mensen vrezen de waarheid meer dan de leugen. Uit angst maken we vaak verkeerde keuzen. Je hart volgen en lef tonen is moeilijk. Populisten varen wel bij angst. Ze voeden angst. En angst verandert mensen in willoze gemakkelijk te manipuleren zombies of zielloze terroristen.

Om te weten hoe subtiel angst werkt, even een uitstapje naar marketing. Mensen zijn voorspelbaar irrationeel in hun aankopen. Neem bijvoorbeeld drie milkshakes small, medium en large. Small is 0,2 liter, medium is 0,4 liter en large is 0,6 liter. Small is small, medium is twee small en large is drie small.

De verkoper verkoopt graag large. Hij prijst dus € 1,00 euro, € 2,75 en € 3,00 euro. Let op dat 3 euro precies 3 keer 1 euro is. En dat drie small precies hetzelfde is als 1 large. Medium is relatief duur. Wat blijkt, uit angst dat je teveel betaalt, neem je large. Het verschil van een kwartje geeft de doorslag. Geen wonder dat Nederlanders te dik worden.

Angst is subtiel en over het algemeen een slechte raadgever. Er zijn sociologie en psychologieboeken volgeschreven over de werking van angst en hoe irrationeel mensen door angst worden. In crisistijd gaan mensen sparen en bezuinigen. De gedachte is dat geld schaars wordt. Wat is het effect van sparen en bezuinigen? Geld wordt schaars.

Onze angst versterkt de crisis. Dit is zo sterk dat als ik mijn werk kwijt raak door de crisis de self fulfilling prophecy nog eens wordt bevestigd. Ik moet sparen. Stel je voor dat ik mijn werk kwijt raak door de crisis.

Veel mensen doen goede dingen met spaargeld. Sparen voor de studie van de kinderen bijvoorbeeld. Heb ik ook gedaan. Sparen op zich is namelijk niet erg. Maar tegelijk sparen en bezuinigen op uitgaven wel.

Een pot pindakaas minder kopen is minder inkomen/winst voor de pindaboer, de pindakaasfabriekswerker, de supermarktmedewerker en de pomphouder waar je de auto tankt om naar de supermarkt te gaan, de garagehouder die de auto verkocht en het onderhoud doet en de politieagent die je een bon geeft bij de supermarkt. Minder uitgeven is minder ruilen. En minder ruilen is krimp van de economie.

Waarom is sparen niet erg? Wat je spaart leent de bank in een sterke economie weer uit aan een supermarkt, een pindaboer en een garagehouder, de pindakaasfabriek en een hypotheek voor de politieagent. In een goede economie hebben zij werk en betalen ze alles netjes met rente terug. Maar ja als je de pindakaas niet koopt gaat dat dus niet door.

Dus de bank wordt voorzichtig met je spaargeld uitlenen en die rente komt er ook niet. Je krijgt zelfs nog een rekening voor het bewaren van je spaargeld. En als er minder mensen werk hebben gaat de belasting ook omhoog.

Om de crisis te bestrijden heeft Nederland lef en samenwerking nodig. Leiders moeten ons inspireren en wij moeten ons helpen onze angst te overwinnen. Economie draait maar om één ding. Vertrouwen dat het goed komt.

Vertrouwen is weten dat als je hard werkt en goed bijdraagt dat anderen dat ook doen. Dat als je geld uitgeeft, je ook weer geld verdient. Dat economie een bak met geld is die heen en weer klotst. Dat er genoeg geld is voor iedereen. Dat je niet voor alles hoeft te sparen omdat we ook voor elkaar zorgen als het slecht met je gaat.

Wie de crisis heeft veroorzaakt, doet er niet meer toe. We moeten eten en om te eten moeten we werken. Het is dom om te bezuinigen, mensen te ontslaan en uit te sluiten. Dat vermindert onze kracht. Het is dom om te denken dat we terug moeten naar vroeger. Het is dom om te geloven dat er niets meer zal veranderen. Het is niet Nederlands om zo te denken.

Wij zijn aanpakkers en doordouwers. Als we geen werk hebben zoeken we werk en gaan we niet zitten wachten. Werk hebben is niet hetzelfde als euro's ontvangen. Ook mensen met een 'baan' of met 'euro's' moeten zich achter de oren krabben. Wat draag je bij?

Als mensen erdoorheen zitten helpen we ze opstaan. Als mensen niet meer kunnen verzorgen we ze. We zullen elkaar nooit meer wantrouwen. Want wij zijn Nederlanders.

Geld is niet belangrijk. Geld komt wel. Waar het nodig is wordt het gebracht door een weldoener, een investeerder, een consument, een belastingbetaler of de overheid. Euro's moeten rollen. Je kan een euro niet bewaren. We moeten ruilen om te leven.

Economie heeft niets met geld te maken en alles met liefde en vertrouwen. De liefde voor jezelf, je omgeving en je werk en het vertrouwen dat het altijd goed komt.
Kennedy zei het zo:
'Ask not what your country can do for you,
ask what you can do for your country'.

Creatief altruïsme - goed voor jezelf zorgen

Naast mijn werk doe ik al van jongs af iedere week iets voor de samenleving. Ik zie mezelf graag als altruïst, iemand die het beste met anderen voor heeft. Zo werk ik al een jaar of 20 in de lokale en regionale politiek. Toch lukt het me niet om het hiermee iedereen naar de zin te maken. Niet iedereen kijkt immers hetzelfde naar mijn prestaties. Sommigen willen dat ik mensen meer vrijheid geef, anderen willen dat ik in een God geloof en weer anderen vinden mij niet duurzaam, democratisch of sociaal genoeg. Mijn gezin heeft liever dat ik gezellig thuis blijf.

Ieder mens heeft zo zijn eigen beeld. We leven in een eigen werkelijkheid en bruggen slaan of compromissen sluiten gaat moeizaam. We kijken door een eigen roze bril naar elkaar. Die roze bril heeft twee bijzondere eigenschappen. Als je door die bril kijkt zie je alles goed en door alle andere brillen kijken is vanzelfsprekend minder goed of zelfs fout;)

Als je dit soort observaties hardop met mensen deelt, krijg je wisselende reacties. Ben je wel wijs, ben je misschien een wijsneus, ben je een dromer of ben je gewoon heel eigenwijs. Als je op dit moment in de politiek zit, moet je wel een hele dikke huid hebben. Er zijn veel mensen die hun zin niet krijgen en dan boos worden. Er zijn journalisten die je kritisch volgen en je graag op fouten en tegenstrijdigheden wijzen, omdat dat nu eenmaal hun broodwinning is. Er zijn wetenschappers die het beter weten, omdat ze daarvoor heel lang doorgeleerd hebben. Er zijn mensen met meer geld en macht dan jou, die willen dat je naar ze luistert of erger eenvoudig gehoorzaamt. Erkennen dat er roze brillen zijn is niet gemakkelijk voor mensen. 

En zeg nu eens eerlijk. Is het geen geweldige droom. Dat iedereen door jouw roze bril kijkt en dezelfde dingen ziet en dan precies doet wat jij zegt en denkt. Die droom dat alles in de wereld gaat zoals jij wilt. Dat er geen toeval meer is. Dat iedereen tot dezelfde conclusie komt. Dat we alles al weten. Dat iedereen hetzelfde droomt. Dan is het leven volmaakt. Wat zouden we 'happy' zijn. In onze droom zijn we geneigd om wat we zelf doen, zelf van anderen aannemen, zelf geloven en zelf weten op één lijn te zetten en als de waarheid te verkondigen. We willen graag gelijk hebben, zelfs als we weten dat we pas gelijk hebben als iedereen er hetzelfde over denkt. 

Het is heerlijk als anderen doen wat jij wilt. Als je lekker verzorgt wordt, als een kind. Als je je niks van anderen aan hoeft te trekken, als een puber. Als je niets meer zelf hoeft te doen, als een gast in een hotel. Als mensen in de houding springen als je langs komt, als een koning. Gewoon lekker je zin krijgen of doordrijven. Lekker fundamentalistisch, dictatoriaal, egoïstisch en egocentrisch. De wereld draait om mij;) Oké, dit is een overdrijving. Dit is niet wat van ons verwacht wordt. Het is dan ook een droombeeld. Een utopie die niet bestaat.

Helaas geldt dat ook voor het zuivere altruïsme. Het is een droom die niet bestaat. Ik beschouw mijzelf daarom als een creatieve altruïst. Voor mij is altruïsme alleen mogelijk als je ook goed voor jezelf zorgt. Een moeder die niet eet, kan haar kind niet voeden. Een verpleegster die zichzelf niet beschermt kan een ander niet verzorgen. De soldaat die zich opoffert laat een gezin zonder vader en met een inkomen minder achter. Goed voor jezelf zorgen is altijd en overal belangrijk. Wat 'goed' voor jezelf zorgen betekent, zit vooral in de betekenis die je zelf geeft aan het woord: 'goed'.

Creatief altruïsme is zorgen dat je sterk in je schoenen staat. Dat je bescheiden bent en je successen met anderen deelt. Dat je rust neemt, wanneer het nodig is. Dat je geniet van je werk en je gezin. Dat je plezier hebt in het leven. Dat je tijd neemt voor de boterham die je op eerlijke wijze hebt verdiend. Dat je dankbaar bent dat je altruïst kunt zijn. Altruïsme en egoïsme zijn yin en yang, twee kanten van dezelfde medaille. Je kunt niet samenleven als je geen eigen droom/visie hebt en je kunt niet samenleven als je geen oog hebt voor andere dromen en visies. 

Creatief altruïsme lijkt op mutualisme, op een egoïstische manier voor elkaar zorgen, maar dat is het niet. Je houdt vast aan je eigen droom of visie. Je probeert met je gezin en je omgeving op één lijn te komen. Je probeert je daden in overeenstemming te brengen met je woorden. Het is niet makkelijk om je handelen gelijktijdig in lijn te brengen met je visie/droom, je succes met anderen te delen en samen na te denken hoe dat nog beter kan. Zo lang dat niet lukt probeer je bruggen te slaan en tot een vergelijk te komen in een debat, een discussie, een wetenschappelijke discours of een dialoog. 

De uitkomst van een dergelijk proces is ongewis. Mensen zwabberen en zwalken over hun levensweg. We trekken van links naar rechts van conservatief naar progressief, vooruit en dan weer achteruit, van dichtbij naar ver weg en weer terug. We maken onderweg ruzie met familie, vrienden, buren, collega's, kennissen en andere levens-weggebruikers. Samen leven is samen zoeken naar één waarheid, één geloof en één werkelijkheid die goed is voor ons allemaal. Een samenleving die ons verbindt, waarin we vrij zijn en waarin we ons gelijkwaardig voelen. Dat lijkt door een roze bril heel gemakkelijk, maar er is creatief altruïsme nodig om dat te bereiken.

Mensen willen meer vrijheid, meer gelijkheid en meer lotsverbondenheid of broederschap en dat lukt alleen als we samen een goed evenwicht vinden tussen egoïst en altruïst zijn. Creatief altruïsme is een boeiend proces, dat goed is voor je persoonlijke ontwikkeling en goed is voor onze samenleving. Want belangrijk genoeg is het de samenleving die ons bindt en oorlog voorkomt. Iedereen doet hier dagelijks aan mee. Creatief altruïsme zorgt voor vrede en brood op de plank. Alleen door ergens voor te kiezen en ergens voor te gaan staan, kun je hier een beetje richting aan geven.  

Er is altijd een keuze die je zelf maakt en waarvoor niemand verantwoordelijk is behalve jijzelf. 
Hoe ziet jouw creatieve altruïsme er uit?

vrijdag 10 oktober 2014

Wat is de waarde van een euro?

Prinsjesdag ligt nog vers in het geheugen. Een participatiesamenleving, dat is onze toekomst. Lodewijk Asscher gaat daar nog overheen. Robots die het werk gaan doen en minder betaald werk om te verdelen. Hoe komen we dan aan onze euro's? Nog niet zo lang geleden hadden we het over een diensteneconomie, zoals in de jaren vijftig. Is dat wellicht een oplossing? Werk maken van onze vrije tijd? Een vrijetijdseconomie? Het duizelt mij inmiddels. Misschien goed om eens samen op reis te gaan in ons verleden. Want in ons verleden liggen de meeste antwoorden voor het oprapen. Wat is economie eigenlijk?

Economie is een veredelde vorm van ruilhandel. Heel vroeger was er geen enkele euro. Het begon met verzamelaars en jagers. Mensen leefden in kleine groepen en die groepen hoefden alleen voor zichzelf te zorgen. Ouderen zorgden voor kinderen en kinderen zorgden later weer voor de ouderen. Jagers zorgden voor het 'vlees' en de 'kleding' en verzamelaars zorgde voor 'aardappelen, groenten en fruit'. Langzaam ontstonden nieuwe rollen en functies in de groep. Een smid, een leerlooier, een bakker, een medicijnman, een regendanser en een kok. Iedereen ontwikkelde zijn talent.

Zolang iedereen te eten heeft, gaat het met deze kleine groepen heel goed. Economie of een euro is in dat geval overbodig. Als mensen ruzie kregen stond er een leider op, een stamhoofd en die regelde met zijn iets grotere knots een oplossing. Dat was het rechtssysteem. Als het voor de groep slechter ging, splitste de groep zich op. Soms werd oorlog gevoerd met andere stammen. In het ergste geval werden zelfs mensen van de eigen stam opgegeten. Zo overleefde de groep, ieder individu was daaraan ondergeschikt.

Een battle of the fittest. Een harde mix van kapitalisme (het unieke talent van het individu), communisme (de kracht van de stam) en godsdienst (als god het wil komt de de zon morgen weer op en wordt ik niet opgegeten). In tijden van vrede overheerste broederschap, vrijheid en gelijkheid en in tijden van oorlog en voedseltekort sloegen we elkaar de hersens in. In tijden van vrede groeide een stam. In tijden van schaarste en oorlog werd de stam weer teruggebracht tot een levensvatbare omvang. De groep zorgde voor het individu en het individu leverde een bijdrage aan de groep.

Wat is er dan veranderd? Wel simpel. We ontwikkelen nu allemaal een eigen talent, noem het een vak of een deskundigheid. Vanuit dat vak leveren we diensten aan elkaar, tussen burgers en overheden, tussen ondernemers en klanten, tussen gevers en ontvangers, tussen filantropen en armoedzaaiers. De battle of the fittest bestaat ook nog steeds want er zijn ook nog dieven/woekeraars en hun slachtoffers. We spreken zelfs van een zwarte, een grijze en een witte economie. We ruilen nog steeds onze diensten, we doen vrijwilligerswerk, we doen betaald werk, we kopen en verkopen, we collecteren voor goede doelen, we innen belastingen en verzekeringspremies, we maken winst, we ontvangen rente op ons vermogen...

Mensen ruilen nu een duurzaam middel (euro's/muntjes/biljetten) voor minder duurzame goederen (consumptie of waarde-verbruik). We ruilen euro's voor iets dat nog duurzamer is en soms euro's oplevert (investeringen in kapitaalgoederen). En we ruilen euro's voor werk (onze toegevoegde waarde of waardecreatie). Het individu zorgt voor de groep en de groep zorgt voor het individu. We kunnen er heel erg ingewikkeld en moeilijk over doen maar feitelijk is er aan onze planeet en hoe we daarop overleven, voor de groep en het individu, heel weinig verandert.

Wat doen we als robots ons werk overnemen? Gaan we luieren in de zon? Wie repareert dan de robots? Wie maakt nieuwe betere robots? Wie zet de robots aan en uit? Wie controleert of de robots hun werk goed doen? Wie bepaalt wanneer de robot moet worden vervangen? Ja beslist, we krijgen steeds meer vrije tijd en steeds minder werk. En we zullen dus opnieuw moeten bedenken hoe we aan nieuwe euro's komen, hoe we de groep kunnen helpen om ons voortbestaan te garanderen.

Misschien zijn we wel op weg naar een nieuwe economie. Een economie waarbij de euro steeds minder belangrijk wordt. Want een euro is voor de mens alleen maar een stukje waardevolle informatie. Een stukje papier of een muntje met een getal er op. Een euro is maar een middel en alle middelen worden regelmatig vervangen door nieuwe. Onze informatiesamenleving wordt misschien wel vervangen door een mecano-samenleving. En omdat we dan veel minder werken heeft die samenleving misschien ook een nieuw betaal/ruilmiddel nodig.

Het zou bijvoorbeeld zo kunnen zijn dat een robot in de toekomst weet dat we hebben gewerkt en hoeveel we hebben bijgedragen. Een euro is daarbij echt niet meer nodig. Ik loop nu al met plastic en chippies rond in plaats van muntjes en biljetten. De robot weet voor ik het weet dat ik mijn maaltijd eerlijk heb verdiend of er gewoon recht op heb zoals ieder mens. Natuurlijk bouwt de robot voor ieder mens een huis. Dat is immers het doel van de robot. Gek genoeg noemen we dat al mensenrechten en heeft de Verenigde Naties daar al een regel van gemaakt.

De vraag of wij de robot dan de baas kunnen blijven is een bijzondere. Gaat het om de grootste knots of om weten waar de aan/uit knop zit? Dit is meer een ethische vraag en een vraag of we onszelf de baas kunnen blijven. En het is goed je hierbij te realiseren dat af en toe zomaar de stroom uitvalt en we het werk weer zelf zullen moeten doen. Ik kan me nog geen wereld voorstellen waarin het werk helemaal verdwijnt.

De uitdaging wordt vooral de overgang van informatietijdperk naar het mecano-tijdperk. Gaan we eerst weer ruzie maken en oorlog voeren of weten we het dit keer vredig op te lossen. Laten we de omvang van de bevolking ten opzichte van onze voedselproductie en grondstoffen verder uit de hand lopen of weten we die te stoppen? Verbranden we alles wat kan branden of zien we op tijd in dat het anders moet en kan? Kunnen we een nieuw systeem verzinnen dat voor iedereen vrede en gerechtigheid garandeert en ons een veilig en langer leven bezorgd? Kunnen we de overgang zo maken dat vrede ons deel blijft?

Volgens mij kan het, maar lukt het ook?
Wellicht.
Met één stap tegelijk:)
Op naar mijn volgende blog;)

donderdag 9 oktober 2014

Iedere reis begint met de eerste stap

Het leven is voor mij een avontuur dat een verhaal wordt. Het leven biedt vele leerzame en boeiende verrassingen. Het mooiste beeld dat ik van het leven heb is dat van een pad dat leidt naar verlichting. Een vorm van zorgeloosheid, acceptatie en wijsheid. Ik zie daarin geen enkel onderscheid tussen mensen. Wij zijn gelijk, mensen op weg naar onze droom. Als je op de goede weg bent, voel je je gelukkig. Onze verhalen zijn onze voetafdrukken in de tijd.

Maar wat als het tegen zit? Die droom kan ineens vervangen worden door een nachtmerrie, crisis, oorlog met jezelf of met anderen. Een leven waarin je de controle kwijt bent. Want een avontuur brengt je in hachelijke situaties. Je voelt je soms ineens arm en ongelukkig. Als je meer naar jezelf kijkt, voel je je dom of schuldig. Als je meer naar anderen kijkt, voel je je verdrietig of gek.

Sommige nachtmerries zijn volledig zichtbaar voor iedereen. Je wordt achter de tralies gezet, of je komt in de geestelijke gezondheidszorg terecht, of je gaat in een opvanginstelling of naar een ziekenhuis. Maar de meeste mensen die een nachtmerrie meemaken, daar zie je niets aan. Ze gaan aan het werk, ze zitten gewoon thuis en lijken vaak niets te mankeren. Ze zijn gevangen in hun eigen nachtmerrie.

Zorgeloosheid betekent dat je altijd iets positiefs met je situatie doet, waardoor je de controle over je leven weer terug krijgt. Een nachtmerrie kan al je energie opslokken en die energie gaat niet naar je droom. Om uit je nachtmerrie te komen moet je jezelf en anderen vergeven. Dat kan alleen als je accepteert dat niet alles in het leven afloopt zoals je wenst of hoopt. Het leven is een avontuur en verlies en tegenslag hoort daar gewoon bij.

Als je opnieuw energie in je droom wilt steken, zul je moeten opstaan en een nieuwe weg moeten zoeken. Opstaan is je excuses aanbieden. Sorry zeggen. Uit je schulp kruipen. Lef tonen. Verantwoordelijkheid nemen. Opnieuw van jezelf gaan houden. Genoegen nemen met wat je wel kunt en accepteren dat er ook zaken zijn die je niet kunt of nog niet kunt. Om weer op te kunnen staan hebben we soms elkaar nodig. We kunnen ook anderen helpen met opstaan. Door niet zo moeilijk te doen. Een hand toe te steken. Een luisterend oor te hebben. Opstaan is eenvoudiger als je elkaar helpt.

Dromen is niet zonder risico. Veel dromen ontaarden in nachtmerries. Wie zijn dromen waar wil maken moet in actie komen. Een droom komt al dichterbij als je hem met anderen deelt. En even nadenken voor je iets doet, helpt ook. Een droom waarmaken begint met je angsten te overwinnen, door samen met anderen te denken, te delen en te doen. Leven blijft vallen en opstaan totdat je niet meer kunt. Dat maakt het leven leuk. Het is een avontuur en het wordt een mooi persoonlijk verhaal. Een verhaal dat waarde toevoegt. Een verhaal dat de moeite waard is.

Volgens mij zijn er in het leven maar vier valkuilen. Je haalt je eigen droom telkens onderuit, je gelooft er niet in dat jij het bent die droomt. Je steekt geen energie in je droom, iets houdt je tegen, je doet er niets aan. Je krijgt geen hulp van anderen, waardoor middelen, kennis, vaardigheden om je droom te bereiken ontbreken. Of je theorie klopt niet, je moet een andere weg zoeken, opnieuw gaan nadenken. Dromen is het begin van een avontuur, zonder droom geen leven. Niets doen is geen alternatief. So, be careful out there;-)